Volume 1, issue 1 (summer 1993)
Bernard Lewis, Istanbul en de wereld van het Ottomaanse
Rijk
recensie door Annabelle Parker
Istanbul door Bernard Lewis, vertaald door
René Bakker en Vicky Loeben, uitgegeven bij Bulaaq,
Amsterdam, 1992. ISBN 90 5460 002 0
Bernard Lewis is hoogleraar emeritus
Midden-Oostenstudies van de universiteit van Princeton. Hij schreef
onder andere The Emergence of modern Turkey, The Muslim discovery
of Europe en The Arabs in history. Uitgeverij Bulaaq heeft vorig
jaar een geautoriseerde vertaling van Lewis' boek Istanbul and the
civilization of the Ottoman Empire uitgegeven.
In het voorwoord verklaart de Turkoloog Alexander H. de Groot
dat deze Nederlandse uitgave een belangrijke bijdrage zal kunnen
leveren aan de hoognodige revisie van de in ons land levende
ideeën over Turken, Turkije en Islam. Verder schrijft De Groot
dat de vertalers, René Bakker en Vicky Loeben, door hun
kennis een geautoriseerde bewerking hebben gemaakt van dit boek
"dat sedert de eerste uitgave in 1963 als een wetenschappelijk
meesterwerkje wordt beschouwd...". Dit wetenschappelijke
meesterwerkje bevat echter, behalve de geciteerde bronnen, geen
verwijzing naar andere literatuur. De lijst van geraadpleegde
werken is voor deze geautoriseerde bewerking van Lewis' boek ook
niet bijgewerkt tot heden, maar geeft slechts een opsomming van de
geciteerde bronnen. Dat is jammer, want het lijkt wel of er voor in
het Ottomaanse Rijk geïnteresseerden na 1963 niet veel van
belang meer verschenen is.
Als voorbeeld van gebrek aan verwijzing, een doodlopend pad voor
geïnteresseerde leken zoals ik, het volgende (blz. 40):
"Was de 'Sultan van Byzantium', zoals Milton hem noemde,
werkelijk de keizer van een Turks Rome, waren zijn rijk en zijn
regeringsinstellingen niets anders dan een voortzetting van het
Byzantijnse rijk met nieuwe namen en uiterlijke vormen? De theorie
had ooit enige steun, maar heeft een kritisch onderzoek niet kunnen
doorstaan."
Waar is de verwijzing naar (het werk van) Milton? Waar en door
wie werd 'de theorie' gesteund? Welk was dat 'kritisch onderzoek'?
We pakken er wel een ander boek bij, ook al worden we niet met
verdere suggesties geprikkeld.
Het is natuurlijk helemaal niet erg dat er geen noten in dit
boek staan, alleen, de pretentie van het voorwoord van De Groot
maakt dat je het als een gemis voelt. En dan ook nog die revisie
van de in ons land levende ideeën over Turken, Turkije en
Islam. Zou het echt zijn dat Istanbul daar in belangrijke mate aan
bijdraagt als we in dit citaat van chroniqueur Aşıkpaşazade zaken
lezen als (blz. 13): "De kerken die binnen de stad lagen werden
ontdaan van hun verachtelijke afgodsbeelden en gezuiverd van hun
vuile, onzuivere beeldenverering." Goed, het is maar een citaat uit
een citaat van een vertolker van de gevoelens van het Turkse
krijgsvolk, maar was het maar zo eenvoudig vooroordelen over
Turken, Turkije en Islam aan de kaak te stellen door de lezer een
(ook weer niet al te simpel) boekje voor te schotelen over de
Turkse geschiedenis.
De doelstelling van Lewis zelf, een beeld te schetsen van het
Ottomaanse rijk, is op zich al interessant voor een vertaling, maar
er moest blijkbaar een hoger doel achter zitten om dit dertig jaar
oude boek weer uit de kast te halen. Het streven van De Groot, de
revisie van onze ideeën over Turken enz. wordt niet door dit
geschiedwerk bewerkstelligd. Het is gewoon een kleurrijk boekje met
leuke anekdotes en levendige citaten. Voor die revisie zou men
misschien naar Turkije zelf moeten reizen om de sfeer te proeven en
de inwoners van dat land iets beter te leren kennen en waarderen.
Maar dat geldt voor alle volken.
Als ik wat dieper op de tekst van Lewis zelf inga, stuit ik als
Byzantinoloog op kwesties die vragen oproepen. Het uitgangspunt dat
naar voren komt is dat de Ottomanen niet veel van Byzantium hebben
overgenomen. Op blz. 41 schrijft Lewis: "De Ottomanen ontleenden
hun theorie en praktijk van regeren aan de Sultan van Roem en niet
aan een keizer van Rome", terwijl we elders lezen dat dynastieke
erfopvolging een uitgangspunt was geworden in plaats van het
islamitische rechtsbeginsel van verkiesbaarheid van de leider. Ook
bleef een nomos als de 'wet op de broedermoord' van keizer Johannes
IV Cantacuzenus (overl. 1383) in ieder geval tot 1603
gehandhaafd.
Hoe zit het nu met het "Iets van Griekenland,
Rome en zelfs van Byzantium", dat "tot de klassieke islam was gaan
behoren en bij de Turken terechtgekomen was als een onherkenbaar
deel van hun islamitische erfenis"? Of heb ik zojuist het antwoord
al gevonden?
To top of page
|