Volume 3, issue 2 (winter 1995-1996)
Armenië en de Balkan
door André de Raaij
Al in het midden van de tweede eeuw is het
christendom in Armenië gearriveerd, in 301 moet Gregorius
Illuminator de Armeense koning Tiridates III bekeerd hebben, in de
tijd dat Armenië zich juist weer eens van Perzische
overheersing had bevrijd. Het werd daardoor meteen staatsgodsdienst
en het kreeg een nationalistisch karakter. Dat de Armeniërs
zich als het oudste christelijke volk beschouwen is dus in zoverre
juist, dat het christendom nergens eerder staatsgodsdienst is
geworden. Toen het land opnieuw onder Perzische overheersing kwam
(389) diende de bijbelvertaling en de eigen christelijke literatuur
als nationaal bindmiddel. Onder katholikos Sahak (390-439) werd het
eigen alfabet ontwikkeld door bisschop Mesrob Masjtots, die ook het
Georgische alfabet heeft ontworpen.
In 451 werd de Perzische overheersing voorlopig afgeschud. Het
was het jaar van het concilie van Chalcedon, waar Armenië niet
vertegenwoordigd was, te druk verwikkeld als het was in de strijd.
Toen de bevrijding een (voorlopig) feit was en men van de besluiten
van de synode vernam, wees men deze af. In 505 koos de Armeense
kerk formeel voor het monofysitisme.
Het is hier niet de plaats om de gehele verwarrende geschiedenis
van strijd met omliggende rijken in een notedop te verhalen:
Perzen, Arabieren, Georgiërs, Turken, kruisvaarders, Russen -
afgezien van de onderlinge strijd. Niet omdat het verhaal overmatig
bekend is. De deportatie en uitmoording van ruim een miljoen
Armeniërs in 1915 in de nadagen van het Osmaanse rijk was niet
de eerste maar zeker wel de grootste "moderne" genocide van haar
tijd. Er wordt van officiële Turkse zijde nog steeds
bagatelliserend over gedaan, in termen die alleen maar lijken te
bevestigen dat er iets heel erg is misdaan: het valt reuze mee met
de aantallen, eigenlijk is het ook niet waar en bovendien zijn zij
begonnen (het doet denken aan de DDR-anekdote: er zijn geen
politieke gevangenen in onze republiek en bovendien worden ze goed
behandeld).
De "Armenierlüge" wordt voortgezet: de grote pogroms van
Sumgait in Azerbeidzjan (februari 1988) en van Baku (januari 1990)
waren begonnen door KGB-agenten, wellicht van Armeense afkomst en
vallen in het niet bij de veel afschuwelijker slachting van Azeri's
door Armeniërs in Hocali (februari 1992). Het verhaal van de
door de geheime dienst van de Sowjet-Unie opgezette pogrom is een
merkwaardige echo van de pogrom tegen de Armeniërs van Baku in
1905, die door keizerlijke agenten zou zijn opgezet, zoals ook de
hieropvolgende anti-Azeripogrom in Erevan door dergelijke agenten
gestart zou zijn. Verdeel en heers, onmogelijk is het niet. Het
tegen elkaar opbieden in slachtofferigheid van Azeri's en
Armeniërs de afgelopen jaren maakt het wel nogal makkelijk te
besluiten geen partij te kiezen.
Het Armeense gebied is al zo'n twintig eeuwen lang achtereen bij
verdrag of in oorlog verdeeld: de laatste keer tussen Turkije en
Rusland, waarbij bepaald werd dat Nachitsjewan, een groot
grensgebied tussen Armenië en Iran "voor altijd" bij
Azerbeidzjan zou horen (hetgeen weer eens een etnische zuivering
tot gevolg had, zodat er nu in het geheel geen Armeniërs meer
in dit gebied wonen). Een andere verdeling was die tussen Perzen en
Romeinen van 387.
De wederwaardigheden van de oostgrens van het Romeinse
(Byzantijnse) rijk in deze streken vormen een onoverzichtelijk,
verwarrend en waarschijnlijk ook vermoeiend verhaal. Het eindigt in
1045, als het gehele Armenië weer eens onder Byzantijnse
suzereiniteit komt te vallen, tot de Turken in 1071 voorgoed een
einde maken aan de Byzantijnse bemoeienis met deze streken. Omdat
die laatste kwarteeuw werd gekenmerkt door zware vervolging van
monofysieten heeft de wisseling van onderdrukker niet eens zo veel
verschil gemaakt.
Er zijn verscheidene golven van immigratie van Armeniërs
naar het Balkanschiereiland geweest. De eerste was bij wijze van
deportatie en om deze strijdbare mensen bij de verdediging van het
rijk in te zetten op een plaats waar zij niet in de meerderheid
waren. Dit is één interpretatie van de aanwezigheid
van Armeniërs sinds de achtste/negende eeuw na Christus op de
Balkan (de Indoeuropese taal van de huidige Armeniërs zou
afkomstig zijn van dit schiereiland, in ieder geval ver voor de
zevende eeuw voor onze jaartelling, dus volgens een bepaalde logica
kan men het als een terugkeer zien). Doordat er onder de
Armeniërs van oudsher zoroastriaanse en manichese opvattingen
verspreid waren, en het Paulicianisme ook opgang in hun gelederen
heeft gemaakt, worden zij wel gezien als de geestelijke voorouders
van de bogomielen. Wij bevinden ons hier op zeer onvast historisch
terrein. Een andere interpretatie van de prominente aanwezigheid
van Armeniërs op het Balkanschiereiland en hun ketterse
opvattingen is, dat zij regelmatig verward zijn met het volk van de
Arumeniërs, thans meestal Vlachen genoemd, wier taal sterk
verwant of identiek is aan die van wat nu Roemenië heet. In
Constantinopel was men zo vervreemd, is de verdere uitleg, van het
Latijn en de opvolgers daarvan, dat men Arumeens niet van Armeens
kon onderscheiden en met elkaar verwarde. Dit zou speciaal gelden
voor tsaar Samuel van de Bulgaren (eind tiende eeuw); het gaat hier
om al even speculatieve ideeën, het staat in het geheel niet
vast of Samuel Armeens of Arumeens is geweest. Het enige dat
vaststaat, zou men kunnen concluderen, is dat er veel
onduidelijkheid is over heel wat aspecten van de geschiedenis van
het Balkanschiereiland, en zolang er vermeende nationale belangen
een rol blijven spelen bij de geschiedschrijving zal het er niet
veel duidelijker op worden.
Hoewel het Latijn al snel na de splitsing van het Romeinse rijk
in onbruik raakte in het oosten kan dit niet als argument gelden
voor het verwarren van Arumeens of Vlachisch met het Armeens.
De traditie wil dat Byzantium zeker drie Armeense (en dus niet
Vlachische) keizers heeft gehad: Leo V, bijgenaamd de Armeniër
(813-820), een iconoclast die met kerstmis voor het hoofdaltaar van
de Hagia Sophia vermoord is ten overstaan van de gelovigen; Romanus
I Lecapenus (920-944), zoon van een Armeense boer, die in 928 nota
bene Armenië onderwerpt. En tenslotte Johannes I Tzimiskes
(969-976), onder wie Syrië, Palestina en een groot deel van
Mesopotamië heroverd wordt en die als een van de grootste
keizers van het Byzantijnse rijk wordt beschouwd. Dat zou hem dan
ook een plaatsje in de reeks Grote Armeniërs moeten
opleveren.
De volgende Armeense diaspora volgt op de val van het rijk van
Cilicië in 1375. De nog steeds bestaande gemeenschappen in de
meeste Oosteuropese landen zouden hiervan afstammen, en de
diasporagolf uit de Turkse tijd kon bij deze gemeenschappen
aansluiten. Eén van de belangrijke diasporaplaatsen is het
huidige Lviv in de Oekraïne, met zijn Armeens-katholieke
kathedraal, en het Poolse Kraków. Daarnaast hebben
Armeniërs evenals de Turkse en de joodse minderheid
beurtelings de rol van verschoppeling en betrekkelijk bevoorrechte
minderheid (vergeleken met Hongaren en Duitsers) gevormd in de
volksrepubliek Roemenië. Armeense soldaten speelden een rol
bij het totstandkomen van het koninkrijk Moldavië (1401) en
hebben zelfs een koning geleverd in de persoon van Jan de Dappere
(1572-1574) aan deze voorloper van het huidige Roemenië (en
Moldavië). De grootste diaspora-gemeenschap buiten Istanbul op
het Balkanschiereiland bevindt zich in Bulgarije. Het grootste deel
van deze gemeenschappen is rooms-katholiek althans
Armeens-katholiek geworden, omdat een monofysitische
immigrantenkolonie niet geduld werd. Deze diaspora lijkt het tegen
te spreken dat de eigen kerk een bindmiddel is dat de Armeense
identiteit garandeert. Hoe het verder gaat met de kleine, maar
belangrijke Armeense gemeenschap op de Balkan is een open
vraag.
Sinds 1991 is er weer een staatkundig
onafhankelijk "thuisland" in de vorm van de vroegere
Sowjetrepubliek. Samen met het buurland Azerbeidzjan bevindt het
zich in de treurige rafelrand van Europa, evenals Tsjetsjenië
dat vooralsnog als enige Kaukasusland in het nieuws is. Artzach, om
onduidelijke redenen in de media steeds Nagorno Karabach genoemd
(de Russische naam is Nagorny Karabach, de Azerische kortweg
Karabagh), is met corridor en al veroverd op de Azeri's, maar de
prijs hiervoor is totaal isolement: Georgië, Turkije, Iran en
uiteraard Azerbeidzjan zijn en blijven Armenië vijandig
gezind. Een van de welvarendere delen van de voormalige Sowjetunie
geeft nu aanschouwelijk onderwijs in dat vreemdste leerstuk dat het
marxisme, het afsterven van de staat - al bedoelde men het
waarschijnlijk anders. De moderne samenleving die zo afhankelijk is
van energietoevoer functioneert nauwelijks meer en een alternatieve
overlevingswijze heeft men (nog) niet ontwikkeld. Het is lang niet
onmogelijk dat het verval van het nieuwe onafhankelijke
Armenië voor een nieuwe diaspora zal zorgen, nu vrede in deze
streken ver te zoeken blijft. De Balkan is dan niet meer de meest
voor de hand liggende vluchtplaats.
To top of page
|